We zeilden al twaalf maanden op de grootste waterwoestenij ter wereld en nu zonder water, zonder proviand, voor verloren mannen en bereidden ons voor op de dood. Echter het geschiedde dat de volgende dag tegen de avond, binnen ons gezichtsveld iets als dikke wolken zagen, wat in ons de hoop op land deed herleven, Wetende hoe volslagen onbekend dit gedeelte van de Stille Zuidzee was, dat eilanden zou kunnen bevatten die tot nu toe aan ‘s mensen ogen waren ontgaan. Wij bogen onze koers in de richting waarin wij het verschijnende land die hele nacht hadden gezien.
gedeelte tekst uit `het nieuwe Atlantis` van Francis Bacon